De Britse economie is in het eerste kwartaal met 0,4 procent gegroeid ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dat is het zwakste groeitempo sinds eind 2012. In de laatste drie maanden van 2015 werd de economie op kwartaalbasis nog 0,6 procent groter.

De afkoeling is vooral te wijten aan de zwakste ontwikkeling van de dienstensector in bijna een jaar en aan een verdere daling van de industriële productie. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2015 was de groei 2,1 procent.

Over minder dan twee maanden kan de Britse bevolking zich uitspreken over het al dan niet verlaten van de Europese Unie. Voor- en tegenstanders zijn het oneens over de mogelijke gevolgen van een ‘Brexit’ voor de economische groeiperspectieven.

Vertrouwen ondernemers omlaag

Econoom James Knightley van ING meent dat het referendum zijn schaduw al vooruit werpt. De dreiging van een vertrek uit de EU heeft volgens hem nu al een negatieve invloed op het ondernemersvertrouwen. Dat leidt tot een lagere investeringsbereidheid en minder groei van de werkgelegenheid.

Knightley gaat er vanuit dat de economische groei in het tweede kwartaal nog zwakker zal zijn. Als de Britten er in het referendum voor kiezen in de EU te blijven, valt in de tweede jaarhelft een opleving te verwachten.

Nadelige gevolgen Brexit

Ook de OESO ziet de toekomst van het land een stuk somberder in als het de EU verlaat. De denktank van geïndustrialiseerde landen schat de nadelige invloed van op het bruto binnenlands product in 2020 op zo'n 3 procent. Per huishouden komt dat neer op 2200 pond. Dat verlies stapelt zich nu al op, meent de OESO.

Minister van Financiën George Osborne waarschuwde woensdag opnieuw voor de gevolgen van een Brexit. De tragere groei in het eerste kwartaal en de berekeningen van de OESO tonen volgens de bewindsman aan dat Britse gezinnen slechter af zijn als het land de EU verlaat.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl